Dit weekeinde was ik voor het eerst sinds het zomerreces eindelijk weer eens in de gelegenheid om mijn goede vriend Arie te bezoeken. Zoveel vrienden heb ik niet – de vraag is natuurlijk wel wat je onder ‘vriend’ verstaat – maar Arie is er echt wel één.
Al dik 25 jaar sinds onze toevallige ontmoeting onderweg naar de wintersport in het communistische Roemenië, delen wij een hoop lief en leed. Diverse stadia van bandeloosheid levensverrijkende ervaringen dus.
Van (het redden van) het huwelijk* tot het opvoeden van je kinderen, van de toenemende kwaaltjes van het ouder worden – en ons manhaftig verzet daartegen – tot de meer algemene bespiegeling dat het ‘land naar de kloten gaat’…
Om dat tij te keren, hebben wij aan de borreltafel – zoals tijdens talloze feesten en partijen in heel veel andere huishoudens – diverse oplossingen de revue laten passeren. Opvallende rode draad in deze, is dat het er uiteindelijk altijd op neer komt dat ‘Den Haag’ overal de schuld van is – wij willen wel (en doen het ook in onze eigen praktijk), maar om de één of andere reden komt het zelden tot landelijke acceptatie.
Maar goed, daarover gaat het nu niet. Ons manhaftig verzet tegen de aftakeling daarentegen, is wel een beetje de oorzaak van dit stukje.
Arie, die van ons beiden sowieso de meer praktische is, slooft zich regelmatig met mate uit in het fitness centrum en weet met die aanpak de tand des tijds te doorstaan, althans: optisch.
(Noot: dat hij van ons beiden ook de succesvollere is en of daartussen een verband is, is voor mij regelmatig aanleiding voor kritisch zelfonderzoek, overigens zonder veel resultaat.)
Dat ik het een tikkie fanatieker aanpak – en er dus, zoals mijn geliefde ooms het vaak zo snedig opmerken, ouder uitzie dan ik ooit zal worden – zal je bij het lezen van een paar stukjes op deze site wel duidelijk zijn.
Afijn, pas tegen het einde van de avond kwam mijn AD6 missie ter sprake en Arie zat geamuseerd naar mijn gloedvolle betoog te luisteren. Hij had het natuurlijk wel ‘een beetje gevolgd’ op Facebook, dus hij was wel op de hoogte. Ik had wat drukwerk mee en drong er op aan dat hij zijn zakelijke invloed eens zou aanwenden om mijn team aan de benodigde sponsorgelden te helpen.
Hij stemde er mee in om er ‘eens naar te kijken’ en we namen afscheid. Zondagmorgen vroeg – hij is net als ik een ochtendmens, maar waar ik ga fietsen gaat hij opgenomen programma’s kijken, terwijl vrouw en kinderen nog slapen – is hij na het lezen van de flyer naar zijn PC gelopen, heeft Internet bankieren gestart en een substantieel bedrag overgemaakt.
Het komt er op neer dat mijn tot dusver bijeengebrachte sponsorgeld in één klap (meer dan) verdubbeld is en nee, dan heb ik het niet over 50 Euro…
Toen ik daar gisteren – per ongeluk ook nog – achter kwam, was ik behoorlijk overrompeld, aangedaan. Je kent zo’n vent dik 25 jaar en dan weet hij je toch nog te verrassen. Ik heb hem gebeld en voor de zekerheid even gecheckt of hij zich niet per ongeluk een nulletje vergist had.
Dat was zeker niet het geval: “het is gewoon een goed doel en dat moeten we steunen” was zijn schaterende commentaar…
Op zo’n moment zou je wellicht wensen dat je hordes van dat soort vrienden had, maar moreel gezien heb ik dan toch weer zoiets van “nee, niet daarvoor“. Maar ik hoop wel dat de deelnemers aan de AD6 – niet alleen in mijn team, maar allemaal – ze ook hebben.
Ben jij zo’n vriend en heb je een vriend die meedoet, steun hem dan – samen staan we sterk!
* Dat mocht in mijn geval niet baten, want tot 2x toe jammerlijk gefaald, maar 3x is scheepsrecht.