De bikkelharde rebel van weleer zit tegenwoordig in de “wintermaanden” voornamelijk binnen op z’n fiets.
Dit jaar zou ik meer op de Bulls de paden op, de lanen in, maar ik wist wel dat de meeste kilometers weer binnen gemaakt zouden gaan worden.
En omdat Tacxen nogal geestdodend is, had ik in oktober al op het Internet gezocht naar “motiverende” programma’s om de donkere maand(en) door te kunnen komen (zie Wintervoer).
Om het nieuwe jaar een boost te geven, had ik mij aangemeld voor de Strava Cycling Base Mile Blast: zoveel mogelijk kilometers klokken in januari, binnen of buiten.
En Grunter von Agony, de zwaar gestoorde overlord van The Sufferfest, had bedacht dat het organiseren van een “Tour of Sufferlandria” voor veel – even gestoorde – indoor trainingsbeesten ook een welkome doorbreking van de sleur zou zijn.
Een beetje endorfine junk gaat zo’n uitdaging niet uit de weg, dus ook daarvoor melde ik mij aan.
Twee destructieve impulsen is zelfs voor mij teveel van het goede, daar moet ik gehoor aan geven…
Overigens begon de ToS pas op 26 januari – ik had inmiddels ook TrainerRoad ontdekt en zou de tour via de door hen geboden interface volbrengen – “an extra icing on the cake of suffering” zogezegd.
Met behulp van die software (en een USB MoveStick van Suunto) is mijn eenvoudige Tacx Flow bijna een Fortius en dat voor een paar tientjes.
In de bijna vier weken voorafgaand aan de ToS had ik al met al zo’n 2.500 kilometer afgeraffeld.
Jammer genoeg werkte het weer niet echt mee in januari, dus het voornemen om veel kilometers te maken op de Bulls lag al snel in een wak.
Verder dan 260 kilometer ben ik niet gekomen, hoewel aangetekend dat het er wel iets meer waren geweest indien HaJé al wat verder in het uitvoeren van zijn goede voornemens was gevorderd.
De eerste dagen van de ToS gingen niet veel minder dan de rest van de maand en ik kon er nog wel een uurtje of wat spinnen bij doen.
De laatste paar dagen begon ik echter echt te bloeden en zeker de laatste twee etappes begonnen Alpe d’HuZes-achtige proporties aan te nemen.
Nou was het mooiste in de ToS ook voor het laatst bewaard en ik weet nu in ieder geval dat ik te weinig intervaltraining doe.
De plaatjes van bijvoorbeeld “Revolver” en “There Is No Try” zijn mooie voorbeelden van het spervuur aan intervallen dat je voorgeschoteld krijgt en dat allemaal tegen 130 – 160 procent van je FTP (Functional Treshold Power, de maximale inspanning die je gedurende een uur kunt leveren).
Nou telden de laatste drie dagen toch niet meer mee voor de SCBMB, maar die 175 kilometer telden wel driedubbel.
In totaal werd tijdens de ToS 536 kilometer afgelegd, het SCBMB totaal was 3.127 kilometer, gecombineerd kwam het totaal op 3.302 kilometer.
Nou ben ik de eerste om toe te geven dat ik nooit zoveel kilometers buiten zou hebben gereden, maar toch. Ik had voor 56 activiteiten 93 uur nodig – binnen is dat nog te doen, omdat je je niet echt volledig (voor buitentemperaturen) hoeft aan te kleden, je alles onder handbereik hebt, nergens hoeft te stoppen of spoorzoeken en je zo van je fiets de douche in strompelt.
Eigenlijk nogal een luxe training dus – ik heb afgezien en genoten, hoewel ik me afvraag waarom ik dit soort idiote dingen eigenlijk doe.
Desondanks nodig ik iedereen van harte uit om de volgende keer ook mee te doen 🙂