De langste dag van het jaar is voorbij en daarmee is het “officieel” zomer. Dat is meteen te merken, want het regent nog meer en nog harder dan de dagen voorafgaand aan de 21e en het wordt alweer gestaag kouder.
Gelukkig maar want er was zelfs even paniek een paar dagen voor de zonnewende: er was een groot gevaar voor mensen met een fysiek zwaar beroep en sporters konden maar beter op de bank blijven liggen.
Het gevaar voor oververhitting was groot, zo voorspelden de deskundigen voor (met name) woensdag de 19e juni…
En dat allemaal net in de week dat Paula en ikzelf de Rabobank Fiets-4-daagse fietsten.
Nou kon ik die woensdag toch niet, maar het schijnt allemaal nogal meegevallen te zijn en Paula is wél geweest.
Die heeft dus een 5-daagse gefietst, maar ik eigenlijk ook, want op dinsdag reed ik nog een rondje van 40+ km in mijn eentje voorafgaand aan de “etappe” van die dag.
Eigenlijk was het alleen dinsdag best wel benauwd, maar donderdag en vrijdag regende het alweer pijpenstelen.
Het weekend voorafgaand aan de 4-daagse had ik me – terwijl Paula mahjongde in Rotterdam – het snot in de ogen gefietst.
Letterlijk dus, want zoals wel meer fietsers heb ik nogal last van een snotterende neus en als het dan hard waait…
En het stormde echt, vooral zaterdag. Zo hard, dat ik op een gegeven moment net wel/net niet de 20 km/h kon vasthouden; ik wil mijn kwaliteiten als fietsbikkel niet meer overdrijven dan gewoonlijk, maar als die snelheid al een probleem wordt, dan durf ik wel te stellen dat het echt hard waait.
Op de terugweg vanuit IJsselstein, ergens in de polder voor Schoonhoven, werd ik gelukkig gepasseerd door een trekker met aanhanger en ondanks de bek vol stof was ik wel blij dat ik daar een kilometer of vijf achter kon blijven hangen.
Daarna ging het in elk geval weer iets beter, hoewel er op de dijk(en) tussen Schoonhoven en Krimpen nou ook niet echt vlot werd gereden.
Terug in Rotterdam werd zelfs de Brienenoordbrug nog heen-en-weer gereden en uiteindelijk stond er toch dik 105 kilometer op de teller.
De nieuwe teller ook nog, want de Garmin 810 had ik net vrijdag binnen.
Zondag van Rotterdam naar Vinkeveen en weer terug, met een uitgebreide (lunch)stop bij een vriend, was de wind al een stuk minder en ook nu stond er aan het eind van de rit weer dik 100 kilometer op de display.
Op Strava was het echter vergeefs zoeken naar aansprekende resultaten op de (KOM) segmenten, want dat zat er beide dagen echt niet in.
Vervolgens dus de Fiets-4-daagse en omdat het afgelopen zaterdag weer lekker hard waaide, kon ik voor het begon te stortregenen toch nog een rondje van ook net over de 100 km fietsen.
Zondag geloofde ik het wel en klom ik op de Body Bike voor een spinsessie.
Al met al komt ook deze maand de 1.000 kilometer wel weer op de teller en dat terwijl ik pas 6 juni voor het eerst sinds mijn vakantie in het ziekenhuis weer op de fiets zat.
Er waren maar liefst twee challenges deze keer: de fi’zi:k Tour Tune-Up en de The Junedoggle.
De 1e – 30 uur fietsen/trainen tussen 8 en 23 juni – zat er net niet in vanwege het herstel. De 2e is niet voor een vast doel – gewoon zoveel mogelijk kilometers maken in een maand.
Net als in mei dus, waar ik in 8 dagen 614 kilometer klokte, voordat ik met verlof ging – in juni ga ik daar in elk geval overheen 🙂
Verder was het natuurlijk de maand van de Alpe d’HuZes en de Tour du ALS. Op de (2e) dag van de AD6 zat ik zelf dus weer voor het eerst op de fiets en ging er best het één ander door het hoofd, terugdenkend aan 2012.
De vrijdag na de AD6 was voor de malloten van de Mont Ventoux – vergeleken met de aandacht voor de AD6, komen de helden daar er bekaaid vanaf. Maar ze verdienen (en krijgen, zij het minder openbaar en massaal) ook alle lof voor hun prestatie én het financiële resultaat.
Lees de blogpost van Mattis Dielessen anders maar even…