(Dit bericht is bijna een maand na het ongeval geschreven – ik heb het schrijven ervan uitgesteld, maar nu ik een mooie nieuwe fiets heb, moest het er maar eens van komen.)
Ik mag weer een nieuwe fiets uitzoeken…
Vanwege crashes op slecht onderhouden fietspaden heb ik mijn Columbus Galibier twee jaar geleden total loss gereden en mijn Scapin Etika vorig jaar serieus beschadigd.
Waar dat dan ten minste nog ten dele aan mijzelf gewijd kon worden – moet je maar uitkijken waar je fietst, maar ja: loslopende kinderen en honden vragen ook je aandacht – was het deze keer een onachtzame chauffeur die me te grazen nam.
Op 30 oktober, op de fietsovergang Edgar Degaspad / Koningsbeltweg, werd ik geschept door een automobilist die mij totaal over het hoofd zag. De fietser heeft daar voorrang, maar veel automobilisten hebben dit schijnbaar niet in de gaten, terwijl het toch wel duidelijk aangegeven wordt. Er is echter geen sprake van een serieuze verkeersdrempel, dus daar wordt regelmatig met snelheden van (ver) over de 50 km/u overheen gesjeesd.
En hoewel het zicht, dus in elk geval vanaf de Rondebeltweg komende, riant is, zat deze bestuurder schijnbaar te slapen – toen ik dat eenmaal doorhad, had ik nog maar een fractie van een seconde om te besluiten wat te doen.
Remmen betekende vrijwel zeker vallen en wellicht onder de auto terecht komen – ik probeerde met een versnelling voor hem weg te komen, maar redde het niet en werd op het achterwiel geraakt.
Een korte vlucht later smakte ik tegen het asfalt en schoof door de berm in. Ik herinner me – gelukkig – weinig van het vluchtelement, maar van een getuige kreeg ik daarvoor in elk geval de hoogste cijfers, voor de landing daarentegen weer niet.
Toen ik mij realiseerde dat ik in elk geval nog leefde, begon ik voorzichtig te checken of alles nog heel was. Eerst liggend, daarna voorzichtig rechtop zittend – mijn benen, rechterheup en linker schouder deden behoorlijk pijn, maar ik had niet het gevoel dat er iets heel ernstig beschadigd was…
Toen de dader en de getuige bij me waren en me ook begonnen te checken, werd gevraagd of er een ambulance gebeld moest worden. Ik heb daar geen prettige herinneringen aan en als het niet hoeft – ik besloot dat dit vooralsnog niet nodig was.
Overeind komen was lastig, maar ik wilde toch graag de fiets gaan checken – dat had ik misschien beter niet kunnen doen, want ik zag gelijk dat het weer een total loss zou zijn. Het frame was op verschillende plaatsen gebroken en het derailleur hing triest, gebroken, in de spaken…
Ik was maart een kilometer of 6 van huis en Paula was gelijk met mij vertrokken om een vriendin te bezoeken die nota bene om de hoek van de plaats des onheils woont. Ze werd gebeld, arriveerde even later en nam het afhandelen van het papierwerk voor haar rekening. Terwijl ik wat rondstrompelde om het stijf worden tegen te gaan, was zij daar na een minuut of 20 mee klaar en reden we naar huis.
Ik had een slechte nacht – uiteraard vanwege de kneuzingen en schaafwonden, maar vooral vanwege de realisatie dat het maar een haartje had gescheeld of ik was vol in de flank geraakt geweest, met een zeker veel slechtere afloop…
Bezoekjes aan de huisarts en het ziekenhuis bevestigden dat er inderdaad geen serieuze of blijvende schade aan lijf en leden te betreuren was – hoewel zo’n “shake up” nooit goed voor je is – en ik kom er wel weer bovenop…